Verschil tussen week en zwak Verschil tussen
Wat is het verschil tussen 'week' en 'zwak'? De twee woorden worden precies hetzelfde uitgesproken en verschillen alleen in spelling. Hun betekenissen zijn echter compleet verschillend en niet gerelateerd.
'Week' is een zelfstandig naamwoord en verwijst naar een periode van zeven dagen op rij. Over het algemeen wordt dit gebruikt om de gevestigde Zondag tot Zaterdag te betekenen die een rij in een standaardkalender bezet, maar het kan om het even welke opeenvolgende periode van zeven dagen betekenen. Bijvoorbeeld: wat doe je deze week? Dit voorbeeld verwijst naar de standaard kalenderweek. Nog een voorbeeld: ik ga een week op vakantie. Dit verwijst naar een week van elke zeven dagen samen op een rij. In het Brits Engels wordt 'week' gewoonlijk gebruikt als een tijd zeven dagen voor of na een specifieke datum. Bijvoorbeeld: afgelopen week maandag ben ik met mijn nieuwe baan begonnen. Tot slot wordt in de Engelse taal 'week' gebruikt om de dagen van maandag tot en met vrijdag te bedoelen waarop mensen meestal werken. Bijvoorbeeld: ik krijg twee weken betaalde vakantie. Deze verklaring betekent een equivalent van het totaal van 10 dagen betalen, niet 14, omdat 'week' alleen werkdagen betekent. In werk- of bedrijfscontext wordt begrepen dat 'week' alleen verwijst naar de dagen waarop iemand normaal in een week werkt.
'Zwak' daarentegen heeft een geheel andere betekenis. Het betekent weinig fysieke kracht of bekwaamheid bezitten, omdat het niet sterk is. Dit kan worden gebruikt om fysieke kracht of vitaliteit te betekenen. Bijvoorbeeld: ik voelde me zwak na de hele week griep te hebben gehad. Bij gebruik in combinatie met een lichaamsdeel betekent dit gemakkelijk van streek. Bijvoorbeeld: ze heeft een zwakke maag en kan geen stinkende voeding krijgen. 'Zwak' kan ook worden gebruikt met levenloze objecten om aan te geven dat er weinig kracht, intensiteit of kracht is. Bijvoorbeeld: het licht werd erg zwak voordat het uitstierf. Het kan ook betekenen dat het niet in staat is om veel gewicht, druk of spanning te behouden of uit te oefenen, en daarom niet in staat is weerstand te bieden aan externe krachten of aanvallen. Daarom wordt ervan uitgegaan dat het object breekt of stopt met werken. Bijvoorbeeld: wees voorzichtig met wat je op die tafel zet, het is zwak. 'Zwak' kan ook betekenen dat er iets verdund of gebrekkig is aan de benodigde ingrediënten. Bijvoorbeeld: die koffie is te zwak. In chemische zin hiermee verwant, kan het verwijzen naar iets dat slechts in oplossing licht ioniseert, zoals een zwak zuur of een zwakke base.
In een meer abstracte betekenis kan 'zwak' betekenen niet beslist besloten of onzeker. Samen met dit is de betekenis, het kan gebruikt worden om niet bestand te zijn tegen overreding of verleiding. Bijvoorbeeld: Zijn besluit om het dessert niet te eten was zwak. 'Zwak' kan ook de betekenis aannemen van niet goed onderbouwd of feitelijk. Bijvoorbeeld: haar argument over het onderwerp was erg zwak. Een persoon kan ook zeggen dat hij zwak is in iets doen, wat betekent dat zijn vaardigheden ontbreken.Bijvoorbeeld: wiskunde is mijn zwakste onderwerp. Ten slotte heeft 'zwak' een linguïstische betekenis, waarin het weinig of geen stress betekent. Bijvoorbeeld: dat is een zwakke lettergreep en niet benadrukt.