Verschil tussen discrete en continue variabelen

Anonim

Discrete versus continue variabelen

In statistieken is een variabele een attribuut dat een entiteit als een dergelijke beschrijft als een persoon, plaats of een ding en de waarde die variabele kan variëren van een entiteit naar een ander. Bijvoorbeeld, als we de variabele Y de examencursus bij een examen laten, kan Y de waarden A, B, C, S en F nemen. Als we de variabele X de hoogte van een student in een klas laten, dan kan het een echte waarde binnen een bereik nemen.

Uit deze twee voorbeelden kan men zien dat er twee soorten variabelen zijn als kwantitatief en kwalitatief, afhankelijk van of het domein van de variabele numeriek is met normale rekenkundige operaties of niet. Die kwantitatieve variabelen zijn van twee types: discrete variabelen en continue variabelen.

Wat is een discrete variabele?

Als de kwantitatieve variabele slechts een hoogst waarneembaar aantal waarden kan nemen, worden deze gegevens discrete data genoemd. Met andere woorden, het domein van de variabele zou het hoogst tellen. Een hoogst tellen getal is ofwel eindig of telbaar. Een voorbeeld hiervan zal dit verder illustreren.

Er wordt een vijf vragenlijst gegeven aan een klas. Laat X het aantal juiste antwoorden van een student zijn. De mogelijke waarden van X zijn 0, 1, 2, 3, 4 en 5; Er zijn maar 6 mogelijkheden, en het is een eindige getal. Daarom is X een discrete variabele.

In een spel moet men een doel schieten. Als we Y het aantal keren dat één schoot, totdat hij het doel slaat, dan zijn de mogelijke waarden van Y 1, 2, 3, 4 … en ga zo maar door. Theoretisch hebben deze waarden geen eindige limiet nodig. Maar deze waarden zijn tellen. Vandaar dat de variabele Y gedefinieerd als "het aantal keren dat één schot is totdat hij het doel slaat" is een discrete variabele.

Uit deze twee voorbeelden kan worden gezien dat discrete variabelen vaak gedefinieerd worden als tellingen.

Wat is een continue variabele?

De kwantitatieve variabele die alle mogelijke waarden binnen een bereik kan nemen, heet continu data. Daarom, als het domein van een continue variabele het interval (0, 5) is, dan kan de variabele een echte getalwaarde tussen 0 en 5 nemen.

Bijvoorbeeld, als we de variabele Z definiëren als de hoogte van een student in een klas, dan kan de variabele Z een echte getalwaarde binnen het bereik van de hoogte van de mens nemen. Z is dus een continue variabele, maar als we een extra beperking toevoegen als "de hoogte van een student tot de dichtstbijzijnde centimeter", dan is de variabele Z discreet omdat het slechts een eindig aantal waarden kan nemen.

Hieruit blijkt dat normaal gesproken een continue variabele wordt gedefinieerd als een meting.

Wat is het verschil tussen discrete variabele en continue variabele?

• Het domein van een discrete variabele is het meest tellen, terwijl het domein van een continue variabele bestaat uit alle echte waarden binnen een specifiek bereik.

• Gewoonlijk worden discrete variabelen gedefinieerd als tellingen, maar continue variabelen worden gedefinieerd als metingen.