Verschil tussen Corba en RMI Verschil tussen
Corba vs RMI
Er bestaat geen twijfel over de populariteit van Java bij ontwikkelaars. Met Java zijn de mogelijkheden nog verder uitgebreid. Het uiterst draagbare karakter van Java is van groot voordeel. Het integreert goed met webbrowsers, waardoor het ideaal is voor webontwikkelingsprojecten. Wat ontwikkelaars betreft, is het eenvoudig te gebruiken en te implementeren. Dit is de belangrijkste reden waarom veel ontwikkelaars de technologie omarmen.
RMI en CORBA zijn twee van de meest significante en meest gebruikte distributiesystemen in Java. Beide zijn zeer effectief, maar met hun eigen voor- en nadelen. De applicaties die deze systemen gebruiken zijn enorm expansief en bijna onbegrensd. Als ontwikkelaar van een bepaald project kan het kiezen tussen beide een moeilijke beslissing zijn.
Common Object Request Broker Architecture of gewoon CORBA heeft veel adapters. Het kan ook vele talen oproepen met een CORBA-interface omdat het is ontwikkeld om onafhankelijk te zijn van welke taal dan ook in een programma waarin het is geschreven. Het is in directe concurrentie met RMI, maar CORBA biedt betere draagbaarheid.
CORBA kan eenvoudig worden geïntegreerd met oudere en nieuwere systemen die CORBA ondersteunen. Voor ontwikkelaars van JAVA biedt de technologie echter minder flexibiliteit omdat het niet toestaat dat uitvoerbare bestanden worden doorgestuurd naar systemen op afstand.
CORBA is een uitgebreide reeks standaarden en interfaces. Het onderzoeken van de details van deze interfaces is een nogal ontmoedigende taak.
RMI is een afkorting van Remote Method Invocation. Deze technologie is uitgebracht met Java 1. 1, feitelijk beschikbaar sinds JDK 1. 02, en het laat Java-ontwikkelaars objectmethoden aanroepen en laat ze uitvoeren op externe JVM's of Java Virtual Machines. De implementatie is vrij eenvoudig, vooral als je Java goed kent. Het is net als het lokaal aanroepen van een proces; de oproepen zijn echter beperkt tot alleen Java.
Na te zijn vermeld over de Java-gecentreerde karakteristiek van RMI, is de enige manier om codes in andere talen in het RMI-distributiesysteem te integreren, het gebruik van een interface. Deze interface wordt de native-code-interface van Java genoemd. Het kan echter uiterst complex zijn en, vaker wel dan niet, resulteren in fragiele codes.
RMI heeft belangrijke functies die CORBA niet heeft, met name de mogelijkheid om nieuwe objecten, code en gegevens over een netwerk te verzenden, en voor virtuele machines op afstand om nieuwe objecten onberispelijk te verwerken
Bij vergelijking van RMI en CORBA, het is als het maken van een vergelijking tussen een appel en een sinaasappel. In principe is de ene niet beter dan de andere. Het hangt helemaal af van de toepassing of het project in kwestie en de voorkeur van de ontwikkelaar.
Samenvatting:
1. RMI is Java-gericht, terwijl CORBA niet aan één taal is gekoppeld.
2. RMI is gemakkelijker te beheersen, met name voor Java-programmeurs en -ontwikkelaars.
3. CORBA biedt grotere draagbaarheid dankzij de hoge aanpasbaarheid aan verschillende programmeertalen.
4. CORBA kan geen nieuwe objecten verzenden via netwerken.