Verschil tussen osteoblasten en osteoclasten | Osteoblast vs Osteoclast
Osteoblasten versus osteoclasten Het skeletsysteem bestaat in principe uit botten. Beenweefsel wordt beschouwd als een hard maar veerkrachtig weefsel dat uniek is aan gewervelde dieren. De hoofdfuncties van botten zijn om interne organen te beschermen en stevige steun te bieden voor spierbevestiging. Er zijn drie soorten cellen in botweefsel; osteoblasten, osteoclasten en osteocyten. Osteocyten worden beschouwd als volwassen osteoblasten, en ze scheiden geen botmatrix. De functie van de osteocyt is om het metabolisme te behouden en om voedingsstoffen te vervangen en afval te elimineren. Osteoblasten zijn de botvormende cellen, terwijl osteoclasten de tegenovergestelde functie van osteoblasten hebben. Derhalve regelen deze twee celtypen de mate van vorming en afbraak van bot- of bothermodellering.
OsteoblastenOsteoblasten zijn kleine, mononucleaire cellen die verantwoordelijk zijn voor botvorming. Ze hebben de mogelijkheid om collageenmatrix te synthetiseren, waar mineralisatie plaatsvindt. Bovendien zijn deze cellen belangrijk voor onderhoud, groei en reparatie van botten. In bot hebben alleen osteoblasten parathyroïdhormoon (PTH) receptoren. Wanneer osteoblasten door PTH worden geactiveerd, geven osteoblasten cytokinen vrij die osteoclasten direct en indirect stimuleren, waardoor het aantal en de activiteit van osteoclasten uiteindelijk wordt verhoogd. De oorsprong van osteoblasten komt uit osteoprogenitorcellen in het periosteum en in het beenmerg.
Osteoclasten hebben enkele unieke ultrastructuur eigenschappen, zoals meerdere kernen, overvloedige mitochondria en een groot aantal vacuolen en lysosomen. Het meest kenmerkende kenmerk van osteoclasten is de aanwezigheid van afdichtingszones en ruche grenzen. De afdichtingszones (of duidelijke zones) bestaan uit dikke band actin die dient voor het opstellen van osteoclasten aan het botoppervlak en voor het isoleren van het resorptiegebied uit de omgeving. De belangrijkste functie van osteoclasten is resorptie en afbraak van bot; Daarom helpen ze om het bot te verbouwen, terwijl botcellen worden vernietigd en calcium wordt herabsorbeerd. Daarnaast helpen osteoclasten om de calciumkalciumconcentraties op een optimaal niveau te handhaven. In het botremodelleringsproces worden de acties van osteoclasten gemedieerd door osteoblasten via cytokines.
• Progenitors van osteoblasten zijn afgeleid van pluripotente mesenchymale stamcellen, terwijl die van osteoclasten afgeleid zijn van hematopoietische cellen van granulocyte-macrofage afstamming.
• Osteoblasten bemiddelen de werkzaamheden van osteoclasten door cytokinen vrij te geven.
• Osteoblasten bezitten receptoren voor parathyroïdhormoon (PTH), terwijl osteoclasten niet.
• Osteoblasten bevorderen de vorming van botten, terwijl osteoclasten de botafbraak bevorderen.
• Osteoblasten worden osteocyten, terwijl osteoclasten niet doen.
• Osteoblasten zijn kleiner en mononucleaat, terwijl osteoclasten groter en multinucleaat zijn.