Verschil tussen codominantie en onvoltooide dominantie
Codominantie tegen onvolledige dominantie
Onvoltooide dominantie en codominantie zijn woorden die studenten tegenkomen in de genetica, een studiegebied van erfenis van eigenschappen. Deze begrippen zijn vaak erg verwarrend en studenten kunnen het verschil tussen deze twee termen niet waarderen. In dit artikel worden de kenmerken van onvolledige dominantie en codominantie kort beschreven om een duidelijker begrip te krijgen van deze twee termen.
In elk erfelijk erfgoed worden voor elk kenmerk twee verschillende allelen geërfd door de nakomelingen van elke ouder. Een van deze allelen is dominant en de andere is recessief. De eigenschap die in de nakomelingen wordt weergegeven, is van de dominante allel, terwijl de recessieve eigenschap blijft verborgen. Bijvoorbeeld, als de vader bruine ogen heeft en de moeder blauwe ogen heeft, zal het kind één allel krijgen, die elk voor oogkleur van beide ouders is, en aangezien bruine kleur de dominante allel is, zal het verschijnen terwijl het blauwe gen verborgen blijft. Genen bevatten allelen die genetische sequencing hebben, ook DNA sequenties genoemd. Deze sequenties hebben informatie over eigenschappen die door ouders naar nakomelingen worden doorgegeven. Elk gen heeft dominante en recessieve allelen. Het zijn dominante allelen die optreden terwijl recessieve allelen verborgen blijven.
Onvolledige dominantie
Dit fenomeen komt voor wanneer de allelen die door de ouders worden ontvangen, niet dominant of recessief zijn maar samenvoegen en een fysieke eigenschap creëren die ergens tussen de twee eigenschappen ligt. Bijvoorbeeld, het kruis tussen een plant met rode bloemen met een plant met witte bloemen kan een plant produceren met bloemen die niet wit niet rood zijn maar roze zijn, die een kleur is die wordt gemaakt door het samenvoegen van rood en wit samen.
Codominance
Codominantie is een soortgelijk fenomeen waar nakomelingen geen dominante of recessieve genen ontvangen. Maar in plaats van een mix van de twee worden beide allelen gemengd en laten zien in de nakomelingen. In het bovenstaande voorbeeld van rode en witte bloeiende planten kunnen de nakomelingen witte bloemen zien met sproeten van rode vlekken, die codominantie zijn in de zin dat beide genen opduiken maar ook niet dominant zijn.
Voorbeelden van codominantie en onvolledige dominantie bij mensen
Als een kind een krullend haar en een moeder met recht haar heeft, krijgt hij een gen voor zowel krullend als recht haar. Als het kind een haarstructuur heeft die niet krullend is, noch recht, maar een golvend, is het een voorbeeld van onvolledige dominantie. Dit komt doordat beide texturen elkaar samenvoegen om een tussenliggende textuur te vormen die golvend is.
Bloedgroepen zijn een andere eigenschap waar dit verschijnsel optreedt. Er zijn drie verschillende genen voor bloedgroepen A, B en O.O is eigenlijk een situatie waar A- en B-eiwitten afwezig zijn. Als een kind een allel krijgt van een ouder en een B-gen van een andere ouder, dan heeft hij geen bloedgroep die een mengsel van A en B is, maar een bloedtype AB, dat zowel A- als B-eiwitten in zijn bloed toont. Dit is een voorbeeld van codominantie.
Hoewel onvolledige dominantie en codominantie soortgelijk zijn, resulteren ze in totaal verschillende eigenschappen in nakomelingen die het grote verschil tussen de twee zijn.
Kortom: • Onvolledige dominantie en codominantie zijn soorten erfenis van eigenschappen waarbij beide allelen niet dominant of recessief zijn. • Bij onvolledige dominantie is de resulterende eigenschap een mix van de eigenschappen van de ouders, terwijl in codominantie beide eigenschappen zich voordoen in de nakomelingen. |