Verschil tussen wil en zal Verschil tussen
Would vs Will
In het Engels is er een aanzienlijk verschil tussen het gebruik van 'would and will'. Weten wanneer de juiste termen moeten worden gebruikt, is een belangrijk onderdeel van het beheersen van de Engelse taal.
Will en would zijn beide soorten hulpwerkwoorden die bekend staan als modale werkwoorden. Andere modale werkwoorden zijn onder meer: kunnen, zullen, kunnen, kunnen, kunnen, moeten en moeten. Modale werkwoorden hebben niet echt een betekenis op zich, maar fungeren als helpers om andere werkwoorden verder te duiden.
Will is een duidelijke verklaring, wat betekent dat je het gebruikt als je er zeker van bent dat de toekomstige actie zal plaatsvinden. Bijvoorbeeld: 'Ik ga de post' s ochtends ophalen '. Wanneer u het gebruikt, zal u of het onderwerp dat de toekomstige actie uitvoert zich inzetten om het uit te voeren.
Het modale werkwoord kan worden gebruikt om te praten over snelle beslissingen, beloften, aanbiedingen en een waarschijnlijke voorspelling. Bijvoorbeeld: 'Ik denk dat ik de bus ga nemen in plaats van te lopen. 'onmiddellijke beslissing; 'Ik zal de hond morgen laten wassen. 'belofte; 'Ik zal je na het eten helpen met je huiswerk. 'aanbiedingen en' Ik wed dat ze veel geld heeft uitgegeven aan die jurk. 'waarschijnlijke voorspellingen.
Will wordt ook gebruikt als een eerste voorwaarde, die wordt gebruikt voor oorzaak en gevolg in situaties die niet veranderbaar zijn. Bijvoorbeeld: 'Als het regent, word je nat' of 'Als je te laat bent om te werken, kom je in de problemen. '
Would is een Engels modaal werkwoord en heeft veel verschillende gebruiksmogelijkheden, waaronder: uitnodigingen, verzoeken, toestemming vragen, praten over voorkeuren en afspraken maken. Bijvoorbeeld: 'Wil je zaterdag naar het feest komen? 'is een uitnodiging; 'Zou je dit pakket voor mij kunnen plaatsen? 'is een verzoek; 'Zou ik vandaag vroeg weg kunnen gaan? 'vraagt toestemming; 'Wil je biefstuk of kip als avondeten? 'of' Ik zou liever ijs eten 'zijn beide voorbeelden van praten over voorkeuren en' Zou vrijdag om 20.00 uur bij u passen? 'of' Zaterdag om achttien zou bij mij passen. 'zijn manieren om afspraken te maken met behulp van zou.
Zou ook worden gebruikt in de tweede en derde voorwaarde, die worden gebruikt om te praten over denkbeeldige of onwaarschijnlijke situaties. Bijvoorbeeld: 'Als ik wist waar hij woonde, zou ik hem bezoeken', is een tweede voorwaardelijke verklaring. Een voorbeeld van een derde conditionele verklaring is dus: 'Als ik eerder over de partij had geweten, zou ik zijn gegaan. 'Dit wordt gebruikt om een denkbeeldige situatie uit te drukken die in het verleden plaatsvond.
Samenvatting:
1. Will en will zijn beide hulpmodale werkwoorden.
2. Will wordt gebruikt om te praten over definitieve toekomstige acties.
3. Will wordt gebruikt om over te praten: snelle beslissingen, beloften, aanbiedingen en een waarschijnlijke voorspelling <4>. Er wordt gesproken over: uitnodigingen, verzoeken, toestemming vragen, praten over voorkeuren en afspraken maken.
Beide zullen en zouden kunnen worden gebruikt in voorwaardelijke uitspraken.