Verschil tussen kruiden en struiken Verschil tussen
Kruiden
Kruiden en struiken
Een struik heeft veel stengels en kan groeien tot een hoogte van vijf tot zes meter. De plaatsen waar ze groeien, worden een struikgewas genoemd. Ze kunnen worden gekweekt in parken of tuinen. Ze hebben kleine takken met bladeren en deze takken groeien dicht bij elkaar. Ze kunnen altijd groen of bladverliezend zijn. Enkele voorbeelden van struiken zijn bergdennen en gewone jeneverbes. Als de struiken klein zijn, worden ze als subheesters genoemd en enkele voorbeelden van deze subheesters omvatten maagdenpalm, tijm en lavendel.
Kruiden zijn ook planten, maar ze hebben een specifiek doel. Het kan voor medicinale doeleinden worden gebruikt. Ze staan vooral bekend om hun geur, die aangenaam en verbluffend is. Ze kunnen ook voor spirituele doeleinden worden gebruikt. De geur van deze kruiden maakt het waardevol voor vele doeleinden, zoals medicinaal en spiritueel. Alle onderdelen, zoals de wortels, bloemen, bladeren, zaden worden beschouwd als kruiden. De voorbeelden van kruiden zijn rozemarijn, laurier, christendom mirre, basilicum en wierook. Kruiden kunnen worden gekweekt in containers, bedden en borders. Wanneer ze worden gekweekt met andere variëteit, voegt het toe aan de schoonheid van het kruid.
Er zijn verschillende soorten in kruiden en struiken. Er zijn ongeveer drie groepen heesters en vier groepen kruiden. De stratum-lagen verschillen microscopisch. Afhankelijk van factoren zoals PH, bodemorganische stof, bodemvochtgehalte en kalium beschikbaar, wordt geconcludeerd dat de ecologische verschillen in kruiden minder waren dan die van de struiken.
Heesters hebben veel stelen en het wordt een houtachtige plant genoemd, terwijl kruiden een enkele stengel hebben. De takken van de struiken komen voort uit een enkele basis, terwijl er slechts één permanente stam aanwezig is in het kruid, dat wordt aangeduid als onderstam. Omdat deze kruiden niet veel scheuten hebben, zijn er maar heel weinig kansen om in een groter te groeien. De stelen fungeren als belangrijkste ondersteuning voor de struiken. De hoogte van de kruiden kan enkele centimeters zijn en soms kan het iets groter worden, terwijl struiken ongeveer 5-6 meter hoog worden.
De kruiden worden het best onder de struiken gekweekt, maar de factoren zoals geschiedenis van de flora, verschillen in klimaat, rol van vuur, verstoringen veroorzaakt door de mens dragen ook bij aan hun groei. Kruiden groeien beter. Het zijn meestal eenjarige soorten. Er zijn ongeveer 50 tot 150 kruiden en struiken te zien in de variëteit van het ocimum geslacht.
SAMENVATTING:
1. Kruiden zijn korter dan heesters.
2. Kruiden hebben geen meerdere stengels, terwijl struiken meerdere takken hebben.
3. Er zijn ongeveer 3 groepen kruiden terwijl er vier groepen struiken zijn.
4. Kruiden kunnen onder de struiken worden gekweekt, terwijl struiken niet op zo'n manier kunnen worden gekweekt.
5. Kruiden worden genoemd als onderstammen terwijl kruiden worden aangeduid als houtachtige plant.