Verschil tussen geven en geven: geven vs gegeven
Geven vs Gegeven
Geef is een Engels woord dat veelal in gesproken en geschreven Engels wordt gebruikt. Geven en geven zijn twee van zijn vele vormen die de leerlingen van de taal verwarren. Veel verwarring wordt gegenereerd in de gedachten van luisteraars die de uitspraak niet kunnen opnemen en aan het andere woord denken als ze van een van deze woorden horen. Geef middelen om te doneren of over te dragen, hoewel het ook betekent om te voorzien. Het feit dat deze vormen van geven kunnen worden in het gebruik zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord, leiden tot verwarring in de gedachten van de leerlingen. In dit artikel wordt geprobeerd de verschillen tussen het geven en opgeven te markeren.
Geven
Het geven is iets van het presenteren of doneren van iets aan iemand. Om te geven is iets in de handen van een persoon te plaatsen alsof iemand een voorwerp geeft. Het geven wijst op een handeling van toewijzing, toekenning, afgifte, aanbieding, ceding, uitgifte, toekenning, overdracht, overdracht, presentatie, enz. Het is een act die een antoniem of tegenovergestelde is om iets te krijgen of iets te nemen.
Het woord geven wordt ook gebruikt om op te geven waar het gevoel is om over te geven of te stoppen met het doen van een strijd. Kijk eens naar de volgende voorbeelden.
• Ik geef een feest in zijn eer. • Hij leek te geven wanneer hij onder druk werd gebracht. • Hij heeft deze gewoonte om geschenken aan de behoeftigen te geven.
Gegeven
Veel mensen verwarren geef in met gegeven waar geef in middelen om over te geven of te geven, terwijl vermeld verwijst naar een bijvoeglijk naamwoord dat staat voor iets vast of gespecificeerd zoals een bepaalde tijd of een bepaalde hoeveelheid. Over het algemeen is gegeven een verleden deelwoord van geven en verwijst naar een daad van het doneren of overhandigen van iets. Het bijbehorende bijvoegsel verwijst naar het feit dat een persoon bekend is dat hij een eigenaardige kwaliteit heeft, zoals gegeven om geluiden op het geringste van excuses te maken of om iets te doen hebben. In wiskunde staat gegeven voor een bekende hoeveelheid zoals in gegeven A, B volgt. Kijk eens naar de volgende voorbeelden.
• Ik heb een shirt op zijn verjaardag gegeven. • Hij is een man die in alle situaties geluiden wordt gelukt. • Het wordt gegeven dat alle mensen gelijk zijn in de ogen van de wet
• U zou op het gegeven moment moeten zijn aangekomenGeven vs Gegeven
• Het geven is een tegenwoordige tijd om te geven, terwijl gegeven is het verleden deelwoord van geven.
• Het geven is een handeling van liefdadigheid of vrijgevigheid, terwijl gegeven staat ook voor geneigd of gevoelig voor.
• Gegeven is verward met het geven als beide een soortgelijke uitspraak hebben.
• Gegeven ook een vaste hoeveelheid of een bepaalde tijd.