Carbon 12 en Carbon 14 zijn isotopen van koolstofatoom. Koolstofatoom heeft altijd 6 protonen. Ze hebben meestal ook 6 neutronen, en daarom staan ze bekend als koolstof 12. Maar soms zijn er 8 in plaats van 6 neutronen, dat is wanneer het koolstof wordt 14. Bij chemische reacties gedragen koolstof 12 en koolstof 14 op een soortgelijke manier. C 12 en C 14 heet isotopen van koolstofatoom. Gewoonlijk wordt koolstof gevonden in C 12-toestand, maar soms is het ook gevonden als C 14. Laten we de verschillen zien tussen de twee isotopen van koolstof.
Omdat het gewicht van protonen en neutronen hetzelfde is, met 8 neutronen, is C14 20% zwaarder dan C 12. Atoomgetal van een element is het aantal protonen dat in zijn kern aanwezig is. Aangezien zowel C 12 als C 14 hetzelfde aantal protonen hebben, is hun atoomgetal hetzelfde, maar hun atoomgewichten verschillen door verschillende neutronen. C 12 en C 14 gedragen zich ook anders bij nucleaire reacties.
Een ander verschil tussen de twee isotopen is dat C12 overvloedig in aardkorst voorkomt, terwijl C14 zeldzaam is. C12 is een stabiele isotoop van koolstof, terwijl C14 een instabiele isotoop van koolstofatoom is. Onstabiele, radioactieve verval van C 14 vindt plaats. Het is een proces dat voor elke isotoop voorkomt die onstabiel is en een natuurlijk proces is. Deze unieke eigenschap van C 14 wordt gebruikt voor de bepaling van voorwerpen die duizenden jaren oud zijn en veel gebruikt worden in archeologie. De halve levensduur van C 14 is 5730 jaar.
C 12 aan de andere kant is als standaard gebruikt voor het meten van atoomgewichten van andere elementen. Het werd in 1961 een standaard voor het meten van atoomgewichten, waardoor het zuurstofatoom werd vervangen. C 14 werd in 1940 ontdekt door Martin Kamen en Sam Ruben.
Samenvatting
• C12 en C14 zijn isotopen van koolstofatoom.
• Terwijl C 12 overvloedig voorkomt, is C 14 zeldzaam.
• C 14, met meer neutronen is 20% zwaarder dan C 12.
• C14 is instabiel en vervalt die gebruikt wordt voor het bepalen van archeologische artefacten.