Verschil tussen totale vraag en aanbod: totale vraag tegen totale aanbod

Anonim

Aggregate Demand vs Aggregate Supply

Totale vraag en totale aanbod zijn belangrijke concepten in de studie van de economie die gebruikt wordt om de macro-economische gezondheid van een land te bepalen. Veranderingen in werkloosheid, inflatie, nationaal inkomen, overheidsuitgaven en het BBP kunnen zowel de totale vraag en aanbod beïnvloeden. Aggregate vraag en totale aanbod zijn nauw verwant aan elkaar, en het artikel legt deze twee begrippen duidelijk uit en laat zien dat ze met elkaar verband houden met betrekking tot de overeenkomsten en verschillen.

Wat is de totale vraag?

Aggregate demand is de totale vraag in een economie tegen verschillende prijzen. De totale vraag wordt ook aangeduid als totale uitgaven en is ook representatief voor de totale vraag naar het BBP van het land. De formule voor het berekenen van de totale vraag is AG = C + I + G + (X - M), waar C verbruiksbesteding is, ik is de kapitaalinvestering, en G is overheidsuitgaven, X is export en M geeft de invoer aan.

De totale vraagkurve kan worden afgebeeld om de gevraagde hoeveelheid tegen verschillende prijzen te vinden en verschijnen van links naar rechts naar beneden. Er zijn een aantal redenen waarom de totale vraagkrommen op deze manier naar beneden halen. De eerste is het koopkrachtseffect waarbij lagere prijzen de koopkracht van geld verhogen; de volgende is het rentecijfer effect waarbij de lagere prijspeilen leiden tot lagere rentetarieven en ten slotte het internationale vervangingseffect, waarbij lagere prijzen leiden tot hogere vraag naar lokaal geproduceerde goederen en minder verbruik van buitenlandse / ingevoerde producten.

Wat is Aggregate Supply?

Aggregate supply is het totaal van de goederen en diensten die in een economie worden geproduceerd. Aggregate supply kan getoond worden door middel van een aggregaat aanbodcurve die de relaties toont tussen de hoeveelheid goederen en diensten die op verschillende prijsniveau's worden geleverd. De totale aanbodcurve stijgt naar boven, want als de prijzen stijgen zullen leveranciers meer van het product produceren; en deze positieve relatie tussen de geleverde prijs en hoeveelheid zorgt ervoor dat de bocht op deze manier naar boven gaat hangen. Op de lange termijn zal de aanbodcurve echter een verticale lijn zijn, aangezien op dit moment de totale potentiële output van het land zou zijn bereikt met volledige benutting van alle middelen (met inbegrip van menselijke hulpbronnen). Aangezien de totale productiecapaciteit van het land is bereikt, kan het land niet meer produceren of leveren, wat resulteert in een verticale aanbodcurve.Bepaling van de totale aanbod kan helpen bij het analyseren van veranderingen in de algemene productie- en aanbodtendensen, en kunnen helpen bij het corrigeren van economische maatregelen als een negatieve trend voortzet.

Aggregate Demand vs Aggregate Supply

De totale aanbod en de totale vraag vertegenwoordigen het totaal van de vraag en aanbod van alle goederen en diensten in een land. De begrippen totale vraag en aanbod zijn nauw verwant aan elkaar en worden gebruikt om de macro-economische gezondheid van een land te bepalen. De totale vraagkromme vertegenwoordigt de totale vraag in de economie van het BBP, terwijl de totale aanbod de totale productie en levering aangeeft. Het andere grote verschil ligt in de manier waarop ze worden getekend; de totale vraagkromme hangt van links naar rechts af, terwijl de totale aanbodcurve op korte termijn zal stijgen en in de lange termijn een verticale lijn zal worden.

Samenvatting:

Verschil tussen totale vraag en aanbod

• Aggregate vraag en totale aanbod zijn belangrijke concepten in de studie van de economie die gebruikt worden om de macro-economische gezondheid van een land te bepalen.

• Aggregate vraag is de totale vraag in een economie tegen verschillende prijzen. De totale vraag wordt ook aangeduid als totale uitgaven en is ook representatief voor de totale vraag naar het BBP van het land.

• Aggregate supply is het totaal van de goederen en diensten die in een economie worden geproduceerd.