Verschil tussen absolute en schijnbare grootte
Absolute vs Schijnbare Magnitude
De astronomische objecten hebben het menselijke ras gefascineerd en duizenden jaren de verbeelding van de meest briljante gedachten op de aarde gevangen. Het is de eerste natuurlijke wonder om nauwkeurig geanalyseerd te worden door de menselijke geest. In hun onderzoek hadden de oude sterrenkundigen hulpmiddelen nodig om hun waarnemingen te evalueren, die niet vaak gebruikt worden bij meer aardse problemen.
Een dergelijk instrument is het concept van de omvang, die Griekse sterrekundige Hipparchus ongeveer 200 jaar geleden gebruikte. Het bestaat uit een schijnbare magnitude schaal gebaseerd op pure observatie. Hij classificeerde sterren op basis van hoe helder ze in de lucht verschijnen. Moderne sterrenkundigen gebruiken hier een meer wiskundige benadering, maar het concept is niet veranderd in de tijd van twee millennia.
Wat is schijnbare grootte?
Schijnbare grootte wordt gedefinieerd als de helderheid van een celbeeld, zoals gemeten door een waarnemer op aarde, in afwezigheid van de atmosfeer. Schijnbare grootte wordt gegeven met een schaal zodanig dat hoe lager de helderheid, hoe hoger de grootte en hoe hoger de helderheid de grootte verlaagt. Bijvoorbeeld, de helderste ster in de lucht in het zichtbare spectrum, de Sirius, heeft een duidelijke grootte van -1. 4, en de maximale schijnbare grootte van Charon, de maan van Pluto, is 15. 55
Schijnbare grootte is een maat voor de intensiteit van het licht dat wordt ontvangen van een specifiek object in de lucht. Het geeft echter geen mate van de intrinsieke helderheid van het object. De hoeveelheid licht / fotonen die door een waarnemer op aarde wordt ontvangen, is afhankelijk van de afstand van het object en de werkelijke intensiteit van het object.
Ook kan de schijnbare grootte van een hemellichaam verschillen afhankelijk van het bereik van het elektromagnetische spectrum waarin het wordt waargenomen. De schijnbare grootte van hetzelfde object waargenomen in de infraroodband is verschillend van de hoeveelheid waargenomen in zichtbaar licht. Het concept wordt echter voornamelijk gebruikt voor observaties in het zichtbare gebied van het elektromagnetische spectrum.
Wat is absolute grootte?
Absolute grootte wordt gedefinieerd als de schijnbare grootte van een ster op de afstand van 10 parsecs of 32. 6 lichtjaren. Het is een maat van de intrinsieke helderheid van het hemellichaam.
Het vergelijken van de grootte van de astronomische lichamen op een vaste afstand laat de astronomen toe om de astronomische uitstoting en de verschillende afstand naar de lichamen uit te sluiten en alleen de hoeveelheid licht uit het lichaam te overwegen.
Wat is het verschil tussen absolute en schijnbare grootte?
• Schijnbare grootte is de helderheid van een astronomisch lichaam, gezien vanuit de aarde, terwijl absolute grootte de schijnbare grootte van een lichaam is, gezien vanaf 10 parsecs of 32. 6 lichtjaren van de aarde.
• De absolute grootte is een intrinsieke meting, maar schijnbare grootte is niet.